Waardering volgens commerciële grondslagen op basis van RJ 2014-4

pensioenDe RJ heeft aangegeven dat waardering op basis van RJ 2014-4 moet plaatsvinden voor jaarrekeningen die aanvangen op of na 01-01-2014. Indien in voorgaande jaren de pensioenverplichting in de jaarrekening is gewaardeerd op basis van fiscale grondslagen, is sprake van een stelselwijziging, met dien verstande dat de vergelijkende cijfers niet hoeven te worden aangepast.

Met betrekking tot toegezegde indexaties heeft de RJ aangegeven dat met onvoorwaardelijke indexaties rekening gehouden moet worden in de waardering. Toegezegde voorwaardelijke indexaties (bij DGA’s vaak omschreven in de toezegging met een zoveel als mogelijke indexaties) behoren niet tot de opgebouwde pensioenverplichting. Er mag wel voor gekozen worden om deze indexaties in de waardering mee te nemen. Er is dus sprake van een optie om rekening te houden met deze indexaties.

Kleine rechtspersonen mogen artikel 2:396, lid 6 BW toepassen en de gehele jaarrekening opstellen op basis van fiscale grondslagen. De waardering van de pensioenverplichting mag dan ook plaatsvinden op basis van fiscale grondslagen.

Het moet dan wel zo zijn, dat ook alle balansposten van de rechtspersoon, fiscaal wordt gewaardeerd. Is dit niet het geval, dan kan geen beroep gedaan worden op deze uitzondering en is de RJ waardering op basis van RJ Uiting 2014-4 van belang.

Vanuit de praktijk begrijpen wij dat de deelneming(en) en de beleggingen balansposten zijn die vaak afwijken qua waardering. Fiscaal op kostprijs (deelnemingen) danwel kostprijs of lagere beurswaarde (beleggingen), terwijl in de jaarrekening gewaardeerd wordt tegen nettovermogenswaarde (deelnemingen) of beurswaarde (beleggingen). Sluiten deze waarderingen niet aan, dan kan de jaarrekening niet geheel op fiscale grondslagen plaatsvinden en is voor de pensioenwaardering een waardering volgens RJ 2014-4 benodigd.

De waardering moet gebaseerd zijn op basis van het principe van “de beste schatting”. Wat betreft de toe te passen rekenrente heeft de RJ bepaald dat deze gebaseerd moet zijn op de per balansdatum van toepassing zijnde marktrente op hoogwaardige bedrijfsobligaties of bij het ontbreken daarvan het rendement op staatsleningen.

Let op

  • De wijzigingen gaan in voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2014. Eerdere toepassing wordt aanbevolen.
  • De RJ-waardering geldt vooralsnog enkel voor de waardering van het pensioen in de jaarrekening.

Pensioenberekeningen

Heeft u een vraag over uw pensioen in eigen beheer of heeft u een pensioenberekening nodig voor uw jaarrekening, aangifte VPB en/of dividendtoets? Dan bent u bij ons aan het juiste adres. Wij zijn u graag van dienst. Contact