Toekomstplannen Pensioen in eigen beheer nader bekeken
Wiebes heeft op 1 juli zijn definitieve plannen voor het Pensioen in eigen beheer (PEB) gepresenteerd. Op Prinsjesdag volgt het wetsvoorstel. Uit de brief van 1 juli 2016 blijkt dat Wiebes de opbouw van pensioen in eigen beheer per 1 januari 2017 wenst af te schaffen. De termijn waarbinnen een DGA zijn PEB fiscaal geruisloos kan afkopen, bedraagt drie jaar. Om te stimuleren dat het uitfaseren van PEB zo snel mogelijk gebeurt, stelt Wiebes een staffel voor.
In 2017 geldt een korting van 34,5% op de grondslag, in 2018 een korting van 25% en in 2019 een korting van 19,5%. De korting gaat over de balanswaarden van ultimo 2015 zodat anticipatie-effecten worden voorkomen.
Over de fiscale voorziening ultimo 2015 wordt dus effectief 34,06% belasting geheven Dat is nog steeds aanzienlijk meer dan 18,65% of 22,50% over de pensioenuitkering. Als het pensioeninkomen niet meer bedraagt dan € 19.922,- respectievelijk € 33.715,- is het te betalen tarief IB vanaf de AOW ingangsdatum nog 12% tot 16% lager dan het tarief dat over de afkoop wordt betaald. Afkoop is dus, zuiver fiscaal, niet per definitie aantrekkelijk. Dit is echter alleen het effect in de Loon- en Inkomstenbelasting. Bij deze financiële vergelijking moet je onder andere ook de kosten, de effecten in de VpB , en de vermogenspositie van de pensioen uitkerende BV betrekken.
De keuze voor korting over de balanswaarde op 31-12-2015 maakt overdracht van deels verzekerd pensioen in combinatie met afkoop minder aantrekkelijk. De zeer lage rente die verzekeringsmaatschappijen nu kunnen verstrekken over pensioenuitkeringen maakt het voor veel DGA’s aantrekkelijk om (deels) verzekerd pensioen naar de eigen BV over te brengen. Deze optie komt per 1-1-2017 vrijwel zeker te vervallen. Omdat het extern verzekerde deel geen onderdeel uitmaakt van de balanswaarde van het pensioen ultimo 2015 zal hierover geen korting worden verleend. De route met omzetting in de spaarvariant (eerder OSEB genoemd) blijft in dit geval wel aantrekkelijk.
Het heeft geen zin nu nog het pensioen te verhogen of nieuw op te zetten met het oog op de fiscale maatregelen. Juist ter voorkoming van anticiperend gedrag heeft Wiebes aangegeven uit te gaan van de stand van de voorziening ultimo 2015. Uiteraard geldt dit alleen voor de korting, niet voor de afkoop zelf.
Zowel bij afkoop als bij omzetting naar de spaarvariant is instemming van de partner nodig. Om de partner tegemoet te komen stelt Wiebes voor te compenseren en hiervoor zal waarschijnlijk de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding worden aangepast. De rechten van de partner gaan verloren bij afkoop of omzetting naar een spaarvariant. Een partner bij huwelijk in gemeenschap van goederen krijgt daar een hogere waarde van aandelen en mogelijk dividendruimte voor terug. De partner gehuwd op voorwaarden echter meestal niet. De kans is levensgroot dat dit tot juridische procedures leidt. Daarbij is de positie van de adviseur, die dit heeft begeleidt, cruciaal. Het is daarom van groot belang dat hiervoor heldere wetgeving komt. Wiebes erkent dit maar heeft nog geen oplossing. Wel stelt hij voor de partner te compenseren en bij onderdekking dat in evenredigheid te doen. Ook afstorting bij verzekeraars zou een optie zijn. De aanpak hiervan vergt de nodige zorgvuldigheid om discussies achteraf te vermijden.
Het gedwongen stoppen met opbouw van pensioen kan leiden tot een verplichte verhoging van het salaris van de DGA. Het pensioen maakt onderdeel uit van het loon. Bij de fiscale bepaling van gebruikelijk loon wordt gekeken naar de arbeidsbeloning bij een vergelijkbare dienstbetrekking. Als wordt gestopt met de opbouw van pensioen daalt het loon. Binnen de doelmatigheidsmarge van 25% is dit fiscaal geen probleem. Voor de oudere DGA kan dit echter wel tot een gedwongen verhoging van het loon leiden omdat daar de prijs van het pensioen snel boven de 25% van het loon zal kunnen liggen.
Waarschijnlijk zijn ook ingegane pensioenuitkeringen afkoopbaar of om te zetten in een uitkering volgens de spaarvariant, maar zeker is dit niet en daarom kan de ingangsdatum beter worden uitgesteld. De brief geeft over ingegaan pensioen geen duidelijkheid. In de eerdere brief van Wiebes van 17-12-2015 is aangegeven dat ook ingegane uitkeringen kunnen worden afgekocht of omgezet. Er is nu geen aanleiding te veronderstellen dat dit inmiddels anders ligt, maar zekerheid geeft deze brief op dit punt niet. Het kan daarom raadzaam zijn pensioen wat in de 2e helft van 2016 in zou moeten gaan nog uit te stellen tot 1-1-2017. Dit kan alleen als aan de vereisten, zoals doorwerken en de 100% grens wordt voldaan.
Wij houden het wetsvoorstel nauwlettend in de gaten voor u. Wilt u meer weten over de mogelijkheden van advisering neem dan gerust contact met ons op